Nu leg ik de kleirol op de grondplaat. Het begin van de rol maak ik wat platter, zodat de volgende laag wat geleidelijk overloopt. Leg de rol zo dat het dikste deel een klein beetje buiten de rand van de grondplaat uitsteekt.
|
Maak de wand steeds hoger door meer lagen toe te voegen. Het maakt niet uit hoe lang de rollen zijn, duw het begin en einde van een rol steeds iets plat en leg deze over elkaar heen. Wanneer je ongeveer 3 rollen boven elkaar hebt, ga je met je duim de rollen in elkaar duwen. Ga daarvoor zachtjes van boven naar beneden over de rollen. Doe zowel de binnen- als de buitenkant.
|
Als de kleirollen netjes in elkaar overlopen, en de wand overal mooi even dik is, ga je weer verder met opbouwen. Bouw steeds lagen van 2 of meer rollen op. Let er op dat je de rollen mooi recht boven elkaar legt, en duw de klei bij het glad maken niet allemaal naar beneden. De klei die naar beneden geduwd wordt bij het glad maken moet ook weer omhoog. In feite vul je bij het glad maken alleen de holte tussen 2 rollen steeds op. Duw ook recht naar beneden en recht omhoog en niet te veel naar binnen of buiten. Als je dat wel doet dan gaat je vorm veranderen. Het is even oefenen maar je moet hier even zorgvuldig werken voor het mooiste resultaat.
|
Wil je de vorm verbreden, dan leg je de rolletjes klei iets verder naar buiten toe. Versmallen gaat natuurlijk net andersom, leg de rolletjes klei dan iets verder naar binnen toe. Hoe verder naar buiten in 1 keer, hoe scherper de bocht.
|
Als je de rolletjes verder naar buiten legt dan veranderd de vorm niet alleen aan de buitenkant, maar natuurlijk ook aan de binnenkant. Het is makkelijker om nu elke rol eerst mooi glad te strijken voor je met een volgende laag begint. Je moet iets beter de vorm controleren. Wil je de buitenkant mooi glad hebben, dan kun je deze ook nog met een lomer glad strijken. Is de vorm een beetje uit je werkstuk, dan kun je met een platte houten spatel zachtjes tegen je werkstuk slaan om de vorm er weer in te krijgen. Ga niet met je handen duwen, want dan gaat je werkstuk alleen aan de andere kant weer vervormen.....
|
Ik wil mijn werkstuk een bolling geven. Het deel waar de vorm steeds dikker wordt is af. Nu wil ik de vorm weer steeds smaller maken. Tijdens het werken is de bovenste laag wat onregelmatig van vorm geworden omdat de kleirollen natuurlijk nooit precies even dik zijn. Ik heb daarom de bovenkant met een mesje plat afgesneden, dat is hier goed te zien. Vervolgens ben ik weer gaan opbouwen met rollen, die ik nu steeds iets naar binnen leg.
|
Na lang zwoegen is mijn werkstuk af. Ik heb uiteindelijk 3 vormen gemaakt en deze in elkaar gevoegd. Als ik tevreden ben over de basis, maak ik de buitenkant nog glad met een lomer. Nu kan het werkstuk drogen om gebakken te worden en eventueel geglazuurd.
|
Ik breng na het biscuitbakken een dikke laag kersenrode glazuur aan. Hierna wordt het werkstuk afgebakken op zo''n 1050 graden. Na het bakken is het glazuur mooi rood gekleurd, en zijn wat lichte plekken overgebleven die het geheel een speels uiterlijk geven.
|