Ik wil in elke zijde het tulpmotief uitsnijden. Zo ontstaat er een hele lichte kubus. Omdat het papier waaruit ik het tulpmotief heb gesneden niet zo dik is, snijd ik deze voor elke zijde een keer uit. Het papier zuigt het vocht uit de klei op en wordt daardoor kwetsbaar. Eigenlijk kan ik wel 2 plakken met 1 sjabloon uit snijden, maar omdat ik geen tijd heb om tussendoor extra sjablonen van papier uit te snijden, maak ik er voor de zekerheid gewoon voor elke zijde een. |
Om de kleiplaten stevigheid te geven en om deze op het juiste formaat uit te kunnen snijden, haal ik uit een plaat ivoorkarton 6 vierkanten van het formaat waarop de kubus gemaakt wordt. Nu heb ik er echt 6 nodig. |
De zijden van de kubus worden uit een plak klei gesneden. Je vindt bij de artikelen uitleg over het maken van plakken klei. Zorg ervoor dat alle plakken even dik zijn. Ik heb gekozen voor fijne chamotte omdat ik anders het toch wel gedetailleerde motief niet netjes uit kan snijden. |
Als ik aan het werk ben, maar het pak klei nog niet weer heb afgesloten, omdat ik er nog mee bezig ben, dek ik het pak klei altijd af met een vochtige doek. Zo blijft ook de bovenste laag van de klei lekker soepel. De doek hoeft niet kletsnat te zijn, vochtig is genoeg. |
Als ik een mooie kleiplaat heb gerold, dan leg ik er zoveel mogelijk kartonnen platen op. In dit geval zijn dat er twee. De platen moeten er wel netjes helemaal op passen. De platen worden met een scherp mesje langs de rand van het karton doorgesneden en voorzichtig gekeerd. Ze steunen daarbij op de kartonnen platen. |
In totaal heb ik zes platen nodig. Het karton blijft onder de kleiplaten liggen, zo kan ik ze makkelijk op tillen. Laat de kleiplaten drogen tot ze leerhard zijn. Dit is het moment dat de klei nog niet niet lichter van kleur wordt door het drogen. |