Om een etsplaat voor het etsen te prepareren heb je natuurlijk in de eerste plaats een etsplaat nodig. Dit kan een plaat zink of een plaat koper zijn. Koper is iets harder, en gaat langer mee, maar ook iets duurder. Ik werk hier met zink. Daarnaast heb je een vijl, schuurpapier in verschillende grofheden, metaalpoets en poetsdoek, etsgrond met een zachte platte kwast, afdek lak met een platte kwast, biotex en tenslotte nog een oude krant nodig. Het is nogal wat, maar de meeste dingen, op de etsgrond en afdek lak na, heeft iedereen wel in huis.
|
Platen zink kun je op maat knippen of zagen. De randen worden hier altijd ruw en scherp van. Dat kan bij het afdrukken je papier beschadigen, en bovendien kun je jezelf daar lelijk mee verwonden. Die randjes moeten daarom netjes facet gevijld worden.
|
Hier zie je een etsplaat die rond geknipt is, en vervolgens mooi glad gevijld. De rand is bovendien facet gevijld. Dat betekend dat de zijkant niet haaks op het vlak staat, maar onder ongeveer 45 graden. Er is geen scherpe hoek, maar deze loopt enigszins vloeiend.
|
Facet vijlen doe je door je vijl onder een hoek van ongeveer 45 graden te houden tijdens het vijlen. Beweeg de vijl gelijkmatig omhoog en omlaag. Het gaat het beste als je de plaat op een tafel legt en een klein beetje over de rand laat steken. Je kunt dan met een hand de plaat vasthouden en met de andere hand vijlen. Zorg wel op dat je de kleine metaaldeeltjes die vrijkomen niet in je oog krijgt.
|
Links zie je een plaat die nog niet gevijld is, en rechts een plaat die al wel netjes gevijld is. Behalve dat je de randen netjes facet vijlt, is het ook de bedoeling dat je de hoeken iets rond afvijlt. Als de hoek te scherp is kan deze bij het afdrukken door het papier heen gaan, en dat zou jammer zijn. Probeer alle hoeken even rond te maken. |