Ik begin met het aanmaken van verf. Per 100 gram wol heb je 1 gr verf nodig. Ik heb niet zoveel nodig, dus ik maak een liter aan, en gebruik daar maar een klein beetje van. Ik voeg nog geen zuur toe, dan blijft mijn verfmengsel goed. Met de verf breng ik vlekken aan op mijn voorgeweekte lontwol. De lontwol wikkel ik in huishoudfolie en leg ik daarna in een glazen schaal die ik goed kan schoonmaken in de afwasmachine. |
De lontwol gaat 3 minuten in de magnetron op de hoogste stand. Daarna laat ik hem afkoelen. Als de lontwol wat afgekoeld is, vouw ik het plastic huishoudfolie open. Zo kan de wol nog wat verder afkoelen. |
Als de wol redelijk afgekoeld is, spoel ik hem uit in schoon water en leg ik hem te drogen op een handdoek. De lontwol ziet er prachtig uit. |
Als ik de lontwol vlecht ziet het er zelfs nog leuker uit. Bijna zonde om te gebruiken. Je ziet hier 1 braid, maar ik heb er twee gemaakt die ongeveer identiek zijn. Een braid of vlecht weegt ongeveer 125 gram. |
Voor ik de wol ga spinnen splits ik het lont in 4 ongeveer even dikke delen. Het is niet zo belangrijk dat ze perfect even dik zijn. Ongeveer is goed genoeg. Dat spin ik ze op mijn Ashford Elisabeth spinnewiel. Dat ziet er kleurrijk uit. |
Je ziet alle kleurtjes uit de braid terugkomen, met wat mengtinten. Op een klos zit ongeveer 60 gram wol, dat zijn dus 2 van de 4 delen van een braid. |