Wat is pastelpotlood. Pastelkrijt is gemaakt van kleurpigment, gips of pijpaarde en Arabische gom als bindmiddel. Deze drie worden in een vorm geperst en gedroogd. Goede kwaliteit pastel heeft heldere en sprankelende kleuren en valt eenvoudig uit elkaar. Dit maakt het meteen een kwetsbaar materiaal. Hoewel pastelpotloden iets minder kwetsbaar lijken dan krijtjes, vanwege het houten omhulsel, moet je hier toch zeer zorgvuldig mee omgaan. |
Er ontstaan snel breuken in de stift. Bij het slijpen zal de punt dan steeds weer uit het houten omhulsel vallen en je kunt deze dus niet meer gebruiken. Het krijt in het pigment zorgt ervoor dat bij menging de kleuren minder sprankelend worden. Gelukkig is het assortiment pastelkrijt zeer groot, en kun je vaak volstaan met de aanwezige kleuren of beperkte mengingen. Pastelpotloden zijn doorgaans wat harder dan pastelkrijt. Sommige technieken zoals uitvegen zullen dan ook een iets minder effect hebben. |
Pastelpotloden combineren. Pastelpotloden kunnen gecombineerd worden met ander soorten potloden zoals “normale”of waspotloden en aquarelpotloden. Ook worden deze veel in combinatie met pastelkrijtjes gebruikt, vaak om de details aan te geven. Bij pastelpotlood wordt over het algemeen donker naar licht gewerkt, hoewel andersom ook best kan. Wit pastelpotlood kan in tegenstelling tot normaal potlood, dekkend opgebracht worden. |
Dragers voor pastelpotlood. Pastelpotloden worden meestal op papier gebruikt, hoewel je ze ook op een ondergrond bewerkt met gesso kunt gebruiken. Zorg er wel voor dat de ondergrond een enigszins korrelige structuur heeft. Anders hecht het pigment zich niet. Je kunt zowel op wit als op gekleurd papier werken. Het bindmiddel in pastelpotlood is Arabische gom. Dit is oplosbaar in water, en pastelkrijt is dat dus ook, al is dit duidelijk minder dan bij aquarelpotloden. Wil je pastelkrijt met natte technieken combineren, zorg dan voor papier van minimaal 300grs of span het papier op. Dit geeft een veel beter resultaat. |
Speciale Pastelpotlood technieken: Mengen van pastelpotlood; pastelpotloden kunnen heel eenvoudig met een vinger, wattip, of doezelaar vermengd worden. Ook een schoon doekje kun je hiervoor gebruiken. |
Mengen van effen kleuren; om effen kleuren te mengen, vul je eerst de verschillende kleurvlakken effen in. Vervolgens verzacht je de overgangen door deze met een doezelaar, een wattip of je vinger te bewerken. Dit gaat makkelijker met zachtere potloden. |
Kleurgradaties met pastelpotlood; ook kleurgradaties kun je eenvoudig maken met pastelkrijt. Zet verschillende kleuren op met een arceertechniek, bijvoorbeeld “veren” en wrijf dit hierna voorzichtig uit. Moet je grote vlakken inkleuren dan kun je beter van pastelkrijtjes gebruik maken. |
Kleurgradaties van 1 tint kun je maken door harder of zachter op het pastelpotlood te drukken. Druk niet te hard omdat anders je punt afbreekt. |
Vervagen van kleuren; met een zogenaamd waaierpenseel kun je eenvoudig kleuren vervagen of in elkaar werken. Wrijf niet te hard over het papier en zorg ervoor dat de penseel schoon en droog is voor je hem gebruikt. Door dit met bovenstaande techniek te combineren krijg je extra mooie overgangen. |
Bevochtigd pastelpotlood; pastelkrijt lost enigszins op in water. Je kunt hiervan gebruik maken om kleuren in elkaar over te laten lopen, lijnen te vervagen, of een wassing te maken. Gebruik hiervoor verschillende maten aquarelpenselen. |
Details; Pastelpotloden zijn vooral erg geschikt voor het aanbrengen van details in pastelkrijt tekeningen. Krijt is erg zacht, en een punt is daarom al snel een vlak geworden. Pastelpotlood is iets harder en de vorm van de stift is natuurlijk anders. Je kunt hierdoor beter details en lijnen aanbrengen. |
Oplichten met kneedgum; met behulp van een kneedgum kun je plaatsen waar teveel pigment zit oplichten. Je moet met een kneedgum niet wrijven maar voorzichtig deppen. Ook vlekken kun je voorzichtig weghalen met kneedgum. |
Fixeer werkstukken tussendoor. Om te voorkomen dat bovenliggende lagen te veel met onderliggende lagen vermengen en om je werk tussendoor te beschermen kun je deze geregeld fixeren. Gebruik niet teveel, dan krijg je echt druppels op je werk en dat is niet mooi. De bus op kamertemperatuur brengen en goed schudden voor gebruik. Vanaf ongeveer 30cm afstand de tekening bespuiten met een dunne laag fixeer, je kunt meerdere dunne lagen opbrengen. De laatste laag wordt doorgaans niet gefixeerd om de speciale zachte uitstraling te bewaren. |
Bewaren en beschermen werkstukken:
|