5. Geometrische compositie; de beeld-as(sen) zijn in dit geval niet altijd relevant en kunnen met de vlakken samenvallen. Je blik wordt niet naar een bepaald punt getrokken. |
6. Diagonaal compositie; dit is een dynamische compositie. Het beeld kan stijgen of dalen. De blik wordt langs de beeldas door de tekening geleid. Deze positie geeft een gevoel van beweging. |
7. Driehoeks compositie; hiervan is een stabiele en een dynamische variant. De stabiele driehoeks compositie wordt ook wel piramidale compositie genoemd. De dynamische driehoeks compositie geeft een gevoel van actie, beweging, maar de blik wordt niet het hele beeld door geleid. |
8. Bewegingscompositie; Deze compositie geeft een illusie van beweging.de blik van de kijker wordt het hele beeld doorgeleid. |
9. Over-all compositie; deze compositie wordt ook wel veldcompositie genoemd. Alle delen van de voorstelling zijn gelijkmatig over het vlak verdeeld. Er is geen echt aandachtspunt. |
Dit zijn natuurlijk lang niet alle compositie vormen, maar de meeste andere die je kunt bedenken zijn combinaties van de genoemde grond vormen. Het is heel leerzaam om schilderijen van bekende kunstenaars te bekijken, en te proberen de gebruikte compositie te ontdekken. |