Extra materialen aquarelpotloden.
Voor het werken met aquarelverf en aquarelpotloden worden voornamelijk ronde penselen gebruikt. Deze nemen veel vocht op en door de spitse punt kunnen zelfs met grote kwasten kleine details aangebracht worden. Of je kwasten gebruikt gemaakt van echt haar, of synthetische is een kwestie van smaak zowel als geld. De echte marter- of eekhoorn-haren kwasten zijn erg duur. Veel van de huidige synthetische kwasten zijn echter ook van een goede kwaliteit. Om te beginnen heb je genoeg aan 3 kwasten van verschillende diktes, bijvoorbeeld een maat 2, 6 en 12. |
Aquarelpotloden combineren.
Aquarelpotloden zijn erg veelzijdig en kunnen met veel materialen gecombineerd worden. Bijvoorbeeld met pastelpotloden of pastelkrijt, normale potloden, aquarelverf, aquarelkrijt of combinaties hiervan.
|
Dragers voor aquarelpotloden.
Aangezien je de aquarelpotloden waarschijnlijk gaat gebruiken in combinatie met water, is het verstandig om je papier op te spannen. Gebruik je aquarelkarton of papier van minimaal 300grs dan hoef je dit niet op te spannen en kun je meteen beginnen. Ook kun je gebruik maken van aquarelblocks. Aquarelpapier is meestal wit, maar ook wel met een tint te verkrijgen. |
Speciale technieken met Aquarelpotlood:
- Mengen van aquarelpotlood; als basis kun je dezelfde mengtechnieken gebruiken als bij algemeen beschreven. Additioneel kun je de zo gemaakte menging nog voorzichtig met water en een penseel bevochtigen om de kleuren nog beter in elkaar over te laten lopen.
|
- Nat op droog techniek; zet eerst de kleur met een droog potlood op, vervolgens werk je de vlakken met water uit. Je kunt eventueel nog verf weghalen ( oplichten) met een nat wattenstaafje.
|
- Droog op nat techniek; maak het papier eerst nat en werk hier met een droog potlood in. Je moet er bij deze techniek wel voor zorgen dat je papier stevig genoeg is. Nat papier is kwetsbaarder dan droog papier.
|
- Schraapsel van aquarelpotlood nat maken; door wat van je pastel potlood af te schrapen en dit schraapsel op vochtig papier aan te strooien, kun je mooie effecten creëren.
|
- Mengen met aquarelpotlood, met water kun je de potloodkleur overgangen nog voorzichtig verwassen.
|
- Verwassen met penseel; lijnen en vlakken kunnen nog vervaagd en verwassen worden met een penseel en water. Niet de hele tekening hoeft altijd met water bewerkt te worden.
|
- Kleur vanaf gekleurd vlakje opbrengen; in plaats van de kleur rechtstreeks op je papier aan te brengen, kun je met aquarelpotlood ook een kleurvlak op een apart stukje papier maken. Hiervan kun je vervolgens met een vochtig penseel kleur opnemen, en dit weer aanbrengen in je tekening.
|
- Uitspaartechnieken; net als bij aquarelverf kun je afplakmethodes, zoals afplaktape, (witte) was, en maskeer vloeistof gebruiken om vlakken die je wit wilt laten te beschermen. Hoewel er wel witte aquarelpotloden zijn, zijn deze meestal niet 100% dekkend.
|
Bewaren en beschermen werkstukken:
- Spray/fixeer; tekeningen, vooral als je er ook met pastelkrijt op hebt gewerkt, zijn kwetsbaar. Je kunt ze met fixeer behandelen om ze te beschermen. Bovendien hebben vooral donkere kleuren waspotlood de eigenschap dat er zich een lichte laag was boven op de kleur gaat vormen. Om dit te voorkomen kun je het werk ook inspuiten met fixeer.
- Droog; bewaar tekeningen altijd op een droge plek.
- Plat; bij voorkeur leg je tekeningen plat neer, in een daarvoor bestemde map en met beschermbladen tussen de diverse tekeningen. Je kunt hiervoor kristal papier, maar ook een hele goedkope dunne papiersoort gebruiken. Dit is vooral om te voorkomen dat de kleuren van tekeningen op elkaar afgeven.
|