 Ik had nog wat restjes stof liggen van mijn grote 365 Challenge Quilt en het leek me leuk om daar een kussenhoes van je maken. Na wat zoeken op internet en youtube kwam ik de Kathedraal techniek tegen. Dat leek me wel leuk. Omdat het begin even puzzelen was heb ik er een handleiding bijgemaakt. Er zijn verschillende technieken maar de hier beschreven techniek vond ik zelf het eenvoudigst. |
 De basis voor de quilt zijn lapjes van 8.5 x 8.5 inch. Elk lapje levert een blokje van ongeveer 10 bij 10 cm op. (4 x 4 inch). Voor een kussenhoes van 40 bij 40 cm heb ik dus 4 x 4 = 16 lapjes van 8.5 bij 8.5 inch nodig. Deze lapjes vormen de achtergrond van de quilt, in de foto hierboven alles in de lichte tint. Ik heb er voor gekozen om alle lapjes uit dezelfde stof te halen maar je kunt er ook voor kiezen om voor elk lapje een anders stofje te nemen. |
 Als je de lapjes op maat hebt gesneden vouw je ze met de goede kanten op elkaar dubbel. |
 De 2 zijnaden worden nu op elkaar gestikt. Stik op 1/4 inch van de rand. Je kunt met behulp van "kettingnaaien" met alle lapjes achter elkaar doen. Dat scheelt behoorlijk wat garen. Met ketting naaien wordt bedoeld dat je als een lapje genaaid is niet af en aanhecht en de draad afknipt maar meteen na het lapje met de volgende verder naait. Je kunt wel even 2 steekjes heen en weer naaien bij het begin en einde van het lapje maar je knipt de draad niet door maar gaat na het afhechten meteen met het volgende lapje verder. Doe eerst een zijkant van alle lapjes en vervolgens de andere. Knip als je klaar bent alle lapjes door. Je hebt nu een hele stapel dubbel gevouwen lapjes.
|
 Nu ga je van de dubbelgevouwen lapjes een soort envelopjes maken. Leg de 2 net genaaide naadjes op elkaar zoals op de foto hiernaast te zien is. Zorg dat je de naad heel netjes op elkaar hebt liggen. Het envelopje moet zo netjes als maar kan worden. |
 Als je de naadjes goed laat "stoten" dan weet je zeker dat ze mooi op elkaar liggen. Je kunt zien wat ik bedoel op de foto hiernaast. |
 Wanneer je de naden op elkaar legt heb je als het ware een vierkantje gekregen waarvan een diagonaal al gestikt is, de andere is nog open. De diagonaal die nog open is moet ook dicht, maar niet helemaal want dan kunnen we het zakje dat zo ontstaan is niet meer omkeren. Ook hier stik je weer op 1/4 inch van de rand. Je kunt de opening precis in het midden doen maar ook ongeveer op 1/3 van de naad. |
 Als je het goed gedaan hebt dan ziet het er ongeveer uit zoals op de foto hiernaast. Een zakje met een klein stukje van de naad open. Door dit gaatje keer je het zakje binnenste buiten. Voor je keert kun je alle hoekjes nog schuin afknippen zodat je mooie puntjes krijgt na het keren. |
 Als je het zakje gekeerd hebt vormt het vanzelf een vierkantje. Zorg er voor dat je ook de puntjes mooi naar buiten duwt. |
 Als je lapjes netjes aan elkaar hebt genaaid en gekeerd moeten ze allemaal geperst worden. Zorg dat je het zakje niet vervormd tijdens het persen. Het moet een keurig vierkantje worden. |
 Als het zakje geperst is dan is het iets meer dan 5,5 inch groot en keurig vierkant. |
 Nu worden alle vierkantjes nog een keer gevouwen. Leg het lapje met de naden naar boven. Vouw nu alle hoeken naar het midden en pers de vouwen er goed in |
 De vouwen moeten er echt netjes en stevig ingeperst worden. Op deze vouwen worden straks alle lapjes aan elkaar genaaid. |
 Leg nu twee vierkantjes opengevouwen op elkaar. Het onderste lapje ligt met de naden naar onderen, het bovenste lapje lig met de naden naar boven. Naai de lapjes aan elkaar over een van de vouwen die nu zichtbaar zijn. |
 Hiernaast zie je hoe de lapjes tegen elkaar aan komen te liggen als ze over een vouw aan elkaar genaaid zijn. De omgeklapte hoeken zitten allemaal aan de bovenkant. |
 Als je het goed doet kunnen alle hoeken nog steeds opengeklapt worden. Ik heb de lapjes niet allemaal in dezelfde orientatie aan elkaar gezet. Je kunt hiernaast goed zien dat de stof van het linker vierkantje een kwart slag gedraaid is ten opzichte van de stof van het rechter vierkantje. Je kunt ervoor kiezen om de orientatie van de vierkantjes allemaal hetzelfde te houden. |
 De keeropening van alle lapjes kan gewoon openblijven. Deze valt straks weg onder de gekleurde lapjes die bovenop de basis komen. De Kathedraal quilt wordt niet gevoerd en is eigenlijk straks na het doorstikken van de gekleurde lapjes meteen klaar. Je hebt dan op de meeste plekken 5 lagen stof op elkaar. Wil je toch een iets dikkere quilt dan kun je vierkantjes uit een tussenvulling knippen en deze door de keeropening netjes in elk vierkantje doen. Je doet dit pas nadat je alle vierkantjes aan elkaar genaaid hebt op de hierboven beschreven manier. De vierkantjes voor de vulling knip je dan iets kleiner dan 4 x 4 inch zodat ze goed passen. Je kunt dit het beste met een proefstukje uitproberen.
|
 Als je 2 maal 2 blokken aan elkaar gezet hebt kun je deze tot een groot vierkant van 4 blokken in totaal maken. Leg daarvooor de punten weer netjes op elkaar en stik weer op de ingestreken vouwen. Let goed op hoe je de stof op elkaar legt. De zichtbare naden van de vierkanten zitten altijd aan de buitenkant. Als dan straks de punten naar binnen gevouwen worden zijn deze niet meer zichtbaar en heb je een mooi afgewerkte achterkant.
|
 Op de foto hiernaast zie je hoe het er uit ziet als je in totaal 4 vierkanten aan elkaar gezet hebt. Ik heb er hier een vierkant van 2 bij 2 lapjes van gemaakt maar natuurlijk kun je ook eerst stroken maken van allemaal lapjes aan elkaar. Dat maakt voor het resultaat niets uit. |
 De vorm lijkt een beetje raar met al die punten maar die worden straks allemaal naar binnen gevouwen en in het midden vastgezet. Dan is je lap weer keurig vierkant van vorm. |
 Op de foto hiernaast zie je dat er inmiddels 12 vierkanten aan elkaar zitten. Ik heb aan de lap die je op de foto hierboven ziet steeds 2 al aan elkaar gezetten lapjes genaaid. Dat leverde een lap van 2 bij 4 vierkanten op. Daarna ben ik overgegaan op het maken van repen van 4 lapjes aan elkaar. Hier zie je een zo'n reep aan de lap van 2 bij 4 vierkanten. |
 Alle lapjes zitten nu aan elkaar. Een basis kathedraal quilt van 4 bij 4 lapjes. Elk lapje is ongeveer 10 bij 10 cm. Mijn basis is nu dus 40 bij 40 cm groot. |
 De achterkant van de lap ziet er netjes uit. Omdat het een kussenhoes wordt zie je die straks niet, er komt nog een achterkant aan. Maar als je een sprei met deze methode maakt is de achterkant van je quilt meteen netjes als je klaar bent. |
 Nu de basis klaar is gaan we met het lastigste maar meteen ook leukste stuk beginnen. We gaan wat kleur aan de quilt toevoegen. Je ziet dat de quilt nu uit 16 vierkantjes bestaat. Elk vierkantje heeft 4 puntjes die naar het midden van de vierkantje gevouwen zijn. Deze puntje moet je vast zetten. Je kunt dit met de naaimachine doen met een paar steekjes of een kleine zigzag. |
 Ik vind dat zelf niet zo mooi omdat dit ook op de achterkant te zien is. Ik doe het zelf dus met de hand met een paar steekjes. De draadjes knoop ik aan elkaar en steek ik in de stof weg. Ze zijn dan niet meer zichtbaar, ook niet vanaf de achterkant. De puntjes hoeven niet aan de onderkant vast te zitten maar wel aan elkaar. |
 Zet alle puntjes eerst vast voordat je verder gaat. Als je alles goed geperst hebt in het begin en je hebt netjes op de vouwen genaaid bij het aan elkaar zetten van de lapjes dan komen de puntjes netjes bij elkaar uit. |
 Hiernaast zie je hoe ik allemaal gekleurde blokjes diagonaal op de basis heb gelegd. De vierkantjes zijn ongeveer 2,5 bij 2,5 inch. Je kunt hier dus ook repen uit een Jellyrol voor gebruiken. De vierkantjes zijn misschien iets anders neergelegd dan je zou verwachten, kijk dus even goed. Ze liggen steeds over een naad waar twee lapjes aan elkaar zitten heen. In totaal heb ik 24 gekleurde blokjes van 2,5 bij 2, 5 inch. Probeer even goed uit hoe je de lapjes wilt neerleggen. Als je tevreden bent kun je ze vastlijmen met een drupje lijm uit een textiellijm stift, of je kunt er een speldje doorheen doen. |
 Als je alle kleine gekleurde lapjes met een speld of een drupje lijm hebt vastzitten kun je beginnen met vouwen en stikken. Kijk goed op de foto hiernaast. Je ziet daar dat ik de naaden die om het lapje heen liggen over het lapje trek. Omdat er wat meer ruimte in het midden van de naadjes is kun je de naad daar iets verder over het gekleurde lapje trekken. Dat zorgt voor die mooie gebogen lijnen. Het stikken doe je nu door alle lagen heen, vlak op het randje van de naad. Dus in dit voorbeeld op de lichte stof en vlak bij de donkere stof van het kleine lapje. |
 Hiernaast nog een foto waarop je het stiksel goed kunt zien. De volgorde waarin je de lapjes vastzet is niet zo belangrijk als je maar geen randjes vergeet. Je kunt lapje voor lapje helemaal rondom vastzetten of steeds een lange gebogen lijn naaien waarin je elke keer maar 1 kant van een lapje vastnaait en dan weer naar het volgende lapje springt. Je kunt tussendoor steeds even stoppen. Als je geen aan en afhechtingen in je werk wilt zien kun je dat als volgt doen: houd als je start met naaien de draden goed vast zodat er geen knoop in komt. Als je een stuk genaaid hebt en je wilt stoppen dan zorg je voor wat langere draden voor je ze doorknipt. Hecht niet af. Vervolgens trek je de draden allebei naar dezelfde kant. Maak er een knoop in en steek de uiteinden weg in de stof. Dat doe je ook met de begindraden. Je ziet dus geen losse draadjes in je quilt.
|
 Als je alle vierkantjes vastgestikt hebt ziet je quilt er ongeveer uit als op de foto hiernaast. Ik heb ook de naadjes aan de randen omgevouwen en vastgezet omdat ik dat mooi vind om te zien. Je eindigt met een quilt van ongeveer 40 x 40 cm die helemaal klaar is en nergens meer afgewerkt of doorgestikt hoeft te worden. |
 Ik wil van mijn quilt een kussenhoes maken dus heb ik een achterkant gemaakt die uit 2 delen bestaat. Elk deel is eigenlijk een zak van 40 cm breed en ongeveer 23 cm lang. Ik heb daarvoor 2 lappen geknipt van 41 x 47 cm. Die heb ik dubbelgevouwen met de goede kant van de stof op elkaar tot een lap van 41 x 23,5 cm. De naden (niet de stofvouw) heb ik op elkaar gestikt met een naadje van ongeveer 0,5 cm. Ik heb een kleine keeropening niet vastgestikt. De stof is door deze keeropening gekeerd en geperst. Hierna heb ik op elke lap een deel van een strook klittenband gemaakt. Het klittenband komt aan het kant waar geen naad zit maar de stofvouw. Je moet even goed uitmeten waar het klittenband moet komen. Als het klittenband op elkaar zit moeten je 2 delen samen een vierkant van 40 x 40 cm vormen. Tenslotte heb ik de zo ontstane achterkant nog met kleine steekjes aan de quilt vastgezet.
|
 Als de hoes af is kun je er door de opening met het klittenband een kussen van 40 x 40 cm instoppen en het klittenband weer netjes dichtmaken. Het resultaat mag er zijn.Ik vind het zo leuk om te doen en er zo mooi uit zien dat ik nu een sprei ga maken voor een eenpersoonsbed van 80 bij 200 cm. Ik maak het sprei 140 x 220 cm. Dat zijn 14 bij 22 lapjes. Ik hoop dat het gaat lukken. |
 Een blauwe variant van het kussen is ook ontzettend mooi. |